Het NK aspiranten 2011 is achter de rug. Voor het eerst sinds lange tijd was Limburg weer eens op dit niveau vertegenwoordigd, en hoe. De Limburgse representant, Eurekaman Tom Swelsen, heeft in de slotronde voor een geweldige prestatie gezorgd door de sterke Jan Groenendijk (met een 200 punten hogere rating) toch maar mooi op remise te houden.
Tom heeft daarmee zijn eerste, en tevens laatste, optreden in een nationale aspirantenfinale (volgend jaar stapt hij over naar de juniorencategorie) goed afgesloten. In het programmaboekje dat de KNDB traditiegetrouw vóór elke finale uitgeeft, laat de samensteller de deelnemers aan het woord. Onze Tom vertelt daarin het volgende: Als derdejaars pupil ben ik serieus begonnen met dammen en toen heb ik de finale pupillen gehaald, hier werd ik 8e (van de 16 deelnemers, maar dat staat er ten onrechte niet bij, red.). Als eerstejaars aspirant eindigde ik in de halve finale gedeeld laatste en als tweedejaars aspirant viel ik net buiten de finaleplaatsen in de halve finale. Meer plaatsruimte werd hem niet gegund, want dit jaar was het goed raak.
Via een superspannende halve finale eindigde Tom op weerstandspunten op de derde plaats, goed voor de doorstoot naar de landelijk eindstrijd. Daarmee kwam ook Limburg weer eens nadrukkelijk in de kijker, 'we' zijn er weer bij, in die landelijke finales bij de aspiranten. Trainingslessen bij Eureka, de Limburgse damschool en de CAT van de KNDB, een flinke portie zelfstudie en dat samen met een dosis aangeboren talent werpen dus wel degelijk hun vruchten af. Er is een duidelijke progressie in Toms prestatiecurve, hetgeen nog eens extra onderstreept wordt uit de sprong die hij de laatste jaren maakt op de KNDB-ratinglijst.
Tom moet het inderdaad (nog) afleggen tegen de gelouterde spelers als Martijn IJzendoorn en Ali Ftalla. Ook Jan Groenendijk past in het rijtje die betere papieren hebben dan de Landgraver, maar daar heeft Tom zich vandaag dus niets van aangetrokken. Als we in aanmerking nemen hoe de genoemde jongens getraind en begeleid worden, dan doet onze kleine Swel het zo slecht nog niet. We zullen hem in de gaten blijven houden. Als zijn ambitie voor het damspel blijft zoals die nu is kan hij binnen enkele jaren uitgroeien tot een heel sterke dammer.
Dammend Limburg is best fier op onze bijdrage vanuit de kleine buitenpost bij de landelijke damkern. Deze buitenpost doet het bijzonder goed in de damwereld. Daar mag Limburg, en zeker de direkt betrokkenen waartoe ook Jitse Slump behoort, meer dan trots op zijn.
Overigens werd Martijn IJzendoorn met drie punten voorsprong op Jan Groenendijk onbedreigd de nieuwe kampioen. Tom eindigde als achtste.