Coup Raphael
Op de vraag welke combinatie ik het mooist vind hoef ik in het geheel niet na te denken. De coup Raphael is veruit de sierlijkste. De koninklijke slag zal ongetwijfeld veelzijdiger zijn, maar daarmee is ie voor mij niet mooier. Wel praktischer want zeer veel variaties en toepassingen.
Ik zal proberen uit te leggen waarom ik de Slag van Kameleon – zoals Koeperman mijn favoriet placht te noemen – zo mooi vind.
De eindslag, ja de eindslag. Het slaat zo lekker weg, van 48 in een strak lijntje over twee schijven naar 30, even de bocht om en weer twee schijven pakken in één recht streepje richting veld 8. Eventueel nog een zigzagje op het eind. 8x17x6. Héérlijke beweging met de hand. Triomferen richting veld 10, da’s ook een waar genot. Doe maar even mee… schijf 48 oppakken, strak naar veld 30 en dan even de final swing 30x19x10. De schijven oprapen even sierlijk. En altijd met één hand. Wil je bij slordiger meervoudige raapbeurten (onder druk van uurwerk) wel eens twee handen benutten; de Raphaelconsument geniet enkelvoudig maar met volle teugen! Ook in de meest verschrikkelijke tijdnood. Daaraan herken je de ware liefhebber!
De Raphaelcombinatie in de meest zuivere vorm. Voor het eerst mocht ik deze stand bewonderen tijdens een bezoek aan een jeugdwedstrijd. Ik was twaalf en damde in die tijd in huiselijke kring heel veel met mijn vier jaar oudere broer Ove. Maar op een dag moest hij een partij inhalen voor het Limburgse jeugdkampioenschap. En ik mocht mee! Keurig afgereisd naar Maasbracht alwaar Rob Schippers met zijn jongere broer Theo de borden had klaargezet. Theo stelde voor ook een partij te spelen. Mijn eerste officiële dampartij! Met noteren!
Theo en ik waren snel klaar (remise!) en Theo zette een stand op. Deze hele rustige klassieke stand. Wit aan zet wint. Ik kon het me niet voorstellen; deze stand kon domweg geen combinatie bevatten. Onmogelijk! Na enig zoeken gaf ik het dan ook op. Theo toonde vervolgens de juiste zettenreeks. Vanaf dat moment is Raphael ‘mijn’ combinatie!
Behalve de prachtige eindslag vind ik het rijke arsenaal aan technische hulpmiddelen van deze slagzet ook indrukwekkend. En niet vanuit kromme standen, neen, juíst in de optisch zo eenvoudige posities zit het veelvoud aan techniekjes en mechanismen netjes opgesloten. De oplossing laat dit mooi zien:
1. 34-29 23x34 2. 28-23 19x39 3. 37-31 26x28 Zet zwart keurig op slag, en dat met een tweeslag. Daardoor wordt de weg vrij gemaakt voor de volgende fraai verborgen plakker 4
. 49-44!! 21x43 5. 40x11! Wit slaat keurig tegen een zwarte randschijf aan waardoor de eindslag tot stand gebracht kan worden.
5… 16x7 6. 48x17!! en een hele schone slotstand wordt bereikt.
Heel leuk vond ik het dan ook dat vorig jaar bij een kleine reportage over het WK bij Studio Sport (nee, niet Talpa… die stakkers waren blijven steken in het netjes rechtzetten van schijven!) tussen de interviews door, juist deze afwikkeling werd getoond om de schoonheid van ons geliefde spel te etaleren. Het móet nieuwe leden geregend hebben bij de dambond!
De Raphael kent doorgaans de wedstrijdzaal minder dan typezetjes als de Hielslag, de Koninklijke of de Blokzet. Of in het sjiekere Frans: de Coup Philippe, Coup Royal of Coup du Talon geheten. Maar daar waar de eenvoudigste versies van dit drietal meestal direct in het oog springen, ligt dit bij de zet van Raphael ietsje anders. Nee, niet echt moeilijk, maar toch licht over het hoofd te zien. De Raphael in eenvoudige vorm is en blijft een verraderlijk slagje. En kan daarnaast ook nog een handig hulpmiddel zijn om de positionele winst af te dwingen. Een aardig voorbeeld:
In deze stand heeft de centrale witte vork het kwartet zwarte schijven aan de linker bordhelft keurig gefixeerd. Zwart heeft maar één methode deze schijvengroep te activeren en dat is via de opmars 10-14-19 om dan 18-23 en 21-26 te kunnen gaan spelen. Slaagt wit erin dit plan te storen, dan is de winst niet moeilijk meer. De Raphael schiet te hulp. Wit speelt
1. 39-34! Ligt natuurlijk voor de hand, de blokkade van schijf 24. Maar het uitroepteken geldt het verhinderen van het geplande zwarte antwoord
1… 10-14 Nu breekt wit op elegante wijze door naar dam met de ragfijne zetten- en slagenreeks
2. 34-30 25x34 3. 28-23 18x29 4. 38-33! 29x38 5. 32x43!, een hieltechniekje als hulpmiddel, 5
… 21x32 6. 43-38 32x43 7. 48x10!! Jawel, weer die lekkere slag naar veld tien!
Geen moeilijke combinatie, maar zeg nu zelf, toch wel wat subtieler dan die geijkte coup royal-inleiding 27-22. Ja toch?
Overigens… nu de zet 1… 10-14 verhinderd is, is het niet moeilijk te zien dat zwart snel uitgespeeld is. Na 1… 10-15, lelijk achterblijvertje, 2. 48-42 15-20 3. 42-37 is het reeds offeren geblazen.
Het derde voorbeeld kent eveneens een eenvoudige beginstand. Weinig schijven en de vertrouwde klassieke patronen. Geen moeilijke combinatie maar wel weer een juweeltje vanwege de fijne hulpmiddeltjes die toegepast worden.
1. 32-28! Het begint met een slagkeusje die de combinatie camoufleert en tevens de tegenstander op slag zet. Welke slagvolgorde zwart kiest maakt niet uit.
1… 21x43 De vrije zet wordt benut met een tweezet in rechte lijn, als ik het zo zeggen mag. 2
. 33-29! 23x32 3. 29-24! Vervolgens wordt met een afruil een belangrijk veld vrijgeslagen voor de zwarte binnendringer.
3… 19x30 4. 34x25 43x34 Het past vervolgens mooi. De achteloos naar de rand geslagen schijf zet de schijven klaar voor de eindslag
5. 25-20 15x24 waarna tot slot een één om vijf het combinatieve karwei voltooit.
6. 42-38 32x43 7. 48x17!! En de slotstelling mag natuurlijk ook gezien worden.
Moeilijk is het niet, maar evenmin eenvoudig. Het past allemaal zo mooi en dat is wat mij telkens weer opvalt bij de coup Raphael. Damperfectie!
Dat er ook uitgebreidere versies zijn mag het laatste diagram laten zien.
In deze stand speelt wit
1. 27-22 en nodigt zwart uit tot een aanval.
1… 12-18? Na dit foutieve antwoord slaat wit toe met een dubbelcombinatie. Ook hier een diversiteit aan technische hulpmiddelen
2. 32-27!! Daar is ie weer, de slagkeus. Ook hier is het gevolg van de keuzevrijheid hetzelfde. Een optische slagkeus, zal ik maar zeggen.
2… 21x41 3. 47x36! En deze keus is wel relevant; anders gaat de combinatie niet op! Nu heeft zwart weer keus, maar ook nu maakt het voor hem niet uit hoe geslagen wordt
3… 23x32 En nu een prachtig moment. De zet die wit wil doen om te profiteren van het op slag staan gaat nog niet. Een meerslag moet deze zet voorbereiden.
4. 34-30!! 25x45 5. 39-34! Dit is de zet die geprepareerd moest worden. Maar we zijn er nog lang niet.
5… 18x27 6. 36-31! 27x36 7. 46-41 36x47 Het volgende idee wordt benut: de tegenstander naar de damlijn helpen om dit vers gekroonde stuk op slag te zetten. In veel gevallen in slagzettenland is alleen al dit idee verraderlijk genoeg om de tegenstander beentje te lichten. Hier betreft het slechts een onderdeeltje in een groot(s) geheel.
8. 44-40! En dit idee hebben we in een eerder diagram ook gezien. De schijf 40 vervult een dubbele functie. Het ondersteunt de komende witte slag en het dirigeert vervolgens de zwarte schijf op 45 naar het vrijkomende veld na de slag.
8… 47x29 9. 34x12!! 45x34 De contouren van de Raphaelslag worden zichtbaar. Let op hoe mooi de witte vierslag gaten trekt in de zwarte stand. Voorts brengt deze slag een witte schijf in stelling om de eindslag te verlengen
10. 12-7!! 01x12 11. 43-38!! Eindelijk de slotzet van de reeks voorbereidingen
11… 32x43 Let op hoe mooi de zwarte schijven op de juiste velden terecht zijn gekomen. Alles past perfect in elkaar 12.
48x06!! Een dergelijke fraaie afwikkeling is pas helemaal af als de stelling nog scherp afgespeeld moet worden. Is hier ook het geval.
12… 16-21 Zwart moet zo snel mogelijk de lange diagonaal over 13.
06-01 21-27 14. 01-23 02-07 Keus heeft zwart niet; de dam moet van de lijn af.
15. 23x01 27-32 16. 01-29 32-37 17. 29-47 en het kunststukje is voltooid.
Genieten van combinaties: krakende hersenen, gelukzalig Eureka-gevoel, zwierende winnende handen over het bord. De Raphael leent zich er zich bij uitstek voor!