Veteraan versus jeugd
Klaverblad mooie ontmoetingsplaats
Het spelen op een clubavond staat altijd garant voor boeiende botsingen tussen totaal verschillende daminzichten, krachtmetingen tussen soepel spelende jongelingen en veteranen met vaste hand. Ver uiteen liggende speelstijlen worden verbonden tot spannende stellingen waarbij in de hoofden van de combattanten een grote diversiteit aan gedachtekronkels moet ontstaan. De strijd geeft dit reeds aan, de analyse na afloop brengt de berekeningen van beide spelers naar buiten.
Op vrijdag 5 juni ben ik getuige van een dergelijke boeiende botsing. In zijn vertrouwde hoek aan het raam heeft Harry Disch de witte stukken geschikt om aan te treden tegen de tweevoudig nationale welpenkampioen Jitse Slump. We gaan de spannende strijd tussen hen aanschouwen:
Harry Disch – Jitse Slump
Eureka-competitie ‘Zilveren Dam’ 2009
1. 35-30 …
De geliefde openingszet van Harry Disch. Na zijn vertrouwde ouvertures 31-27 (‘Poolse opening’) en 32-27 (‘onregelmatige opening’) wendt hij graag naar de beginzet aan de andere helft van het bord. Flankspel, Roozenburg en vleugelopsluiting zijn snel het gevolg van deze zet.
1… 20-25 2. 40-35 14-20 3. 45-40 20-24 4. 33-29 24x33 5. 38x29 ...
5... 19-24
Jitse Slump houdt het graag overzichtelijk en ruilt de schijven aan de witte korte vleugel. Voor Harry een domper, want hij had graag antwoorden als 5… 19-23, 17-22 of het rustigere 10-14 tegengespeeld. Nu de welp de aftocht blaast, ‘ben ik uit mijn spel gehaald’, aldus de teleurgestelde 35-30-propagandist.
Dampsychologie
Dit brengt me uiteraard bij de psychologie van het spel. Het is altijd vervelend als de tegenstrever de geliefde partij-opzet wegschoffelt. Maar uiteraard moet men daarop voorbereid zijn, om op het moment dat afgeweken wordt, klaar te zijn voor een hernieuwde blik op het bord. Het leven gaat immers verder en de schijvenmassa’s zullen elkaar spoedig weer treffen.
Kortom, de zet van Jitse behoeft Harry in het geheel niet te vrezen. Een nuchtere kijk leert dat wit met de slag 6. 29x20 25x14 in totaal vier tempi terrein heeft gewonnen, zodat de open stelling prima perspectief biedt op een duurzaam aanvalsinitiatief.
Harry besluit anders te slaan en gaat naar het centrum.
6. 30x19 13x33 7. 39x28 …
De volledig gevulde lijn 46-28 nodigt uit tot 7… 17-21, maar zoals Jitse aangeeft, kan wit dan breken met de reeks 8. 31-26 05-10 9. 26x17 11x33 10. 50-45 plus 11. 34-30 enzovoort, en de opbouw kan hernieuwd ter hand genomen worden.
7… 17-22 8. 28x17 11x22 9. 31-27 22x31 10. 36x27 ...
10... 12-17
De witte lange vleugel is gevuld, zwart zoekt meteen het randveld 26 op. De kleine jongen voelt het strategische zwaartepunt van de stelling feilloos aan. De ietwat schonere opbouw 6-11-17 is eveneens het overwegen waard.
11. 37-31 17-21 12. 44-39 09-13 13. 50-45 10-14 14. 42-38 14-19 15. 39-33 05-10 16. 43-39 …
Merk op dat Jitse zich niet heeft laten verleiden tot 21-26. Wit ontwikkelt dan zijn lange vleugel met 32-28 26x37 41x32 enzovoort.
16… 19-23!?
Jeugdige bravoure! Jitse opent de strijd over een breed front en ‘dreigt’ nu wèl met 21-26 de witte lange vleugel op te sluiten. Maar de ‘drietand van Neptunus’ (bezetting van de velden 25, 23 en 26) kent ook bezwaren. De spanning neemt toe!
17. 49-43 21-26
Vasthoudend spel van zwart.
18. 41-37 04-09
Zwart heeft geen tijd voor opsluitende zetten 07-12-17-22 en moet eerst de zet 19. 33-28 opvangen.
19. 46-41 07-12 20. 41-36 10-14(?)
Een slordigheidje in de uitvoering van het plan. Wit kan nu uit het zwarte plan stappen en zich bevrijden met 21. 27-22! 18x27 22. 31x22. De dreiging 23. 22-18 en 24. 34-30 noopt zwart tot actie. Op de ruil 22… 12-17 blijft de binding 25 en 23 zwart hinderen en op de aanval 22… 12-18 laat wit laconiek 23. 33-28! volgen.
21. 47-42 01-07 22. 33-28 …
Harry versmaadt de vereenvoudigende mogelijkheid en poogt voordeel te halen door de stellingen te sluiten.
22… 23-29! 23. 34x23 18x29
Heerlijk consequent doorgevoerde strategie! Nu de witte lange vleugel aan banden is gelegd, gaat zwart met het recept Molimard de andere vleugel dunnen. Een principiële strategische strijd ontstaat waarbij wit poogt centrumoverwicht te krijgen en zwart tracht te profiteren van de onevenwichtige schijvenverdeling van wit.
24. 40-34! 29x40 25. 35x44! …
Ook Harry doet een duit in het zakje en schoont zijn korte vleugel op. De witte stand wordt lekker compact, één grote brok ruil- en stootkracht.
Merk op dat een zet eerder een poging de schijf 29 te bedreigen de witte stand alleen maar had verzwakt. Zwart kan altijd terugruilen en daardoor nog meer materiaal aan de witte korte vleugel onttrekken.
25… 15-20!?
Ook zwart kiest voor een schone opbouw, maar het steunpunt 15 wordt wel definitief prijsgegeven. Voordelen en nadelen.
26. 38-33 20-24

27. 43-38 …
Een belangrijk moment. Met de gespeelde zet verhindert wit directe acties tegen zijn lange vleugel (27… 12-17 28. 27-21!) en staat de formatie 48-42-37 nog steeds gereed om de gang naar het kerkhof te ondersteunen. Maar met deze zet beweegt wit verder van rechts naar links, terwijl de onevenwichtige schijvenverdeling juist vraagt om een beweging in de tegenovergestelde richting.
We bekijken twee andere mogelijkheden:
27. 39-34, met de bedoeling meteen te drukken op schijf 24. Zwart krijgt nu wel de kans de klaverbladopsluiting te voltooien met 27… 12-17! 28. 34-29 14-19 29. 29x20 25x14 30. 43-39 (of 30. 27-22 19-23!) 17-21 enzovoort.
27. 45-40! 12-17 28. 27-22!, omzeilt de opsluiting, 17-21 29. 31-27 14-19 30. 34-29 12-18 31. 29x20 25x14 32. 43-38 met principiële strijd en kansen voor beide kleuren. Wit probeert met de formaties 42-38-33 en later 40-34-29 het centrum te veroveren; zwart zal trachten het witte blok rondom het kerkhof met tactische manoeuvres te bestoken.
Tientje uit de hoek
In de partij oordeelt Harry dat de zet 27. 45-40 gevaarlijk is. ‘Het tientje gaat uit de hoek!’, aldus zijn commentaar na afloop.
In oude notatie had het veld 45 nummer tien toebedeeld gekregen. Vandaar die mooie uitspraak. Het opspelen van de schijf op veld tien is een verzwakking van de korte vleugel. Klopt natuurlijk, het prijsgeven van de olympische formatie beperkt de mogelijkheden aan de korte vleugel. Maar met het dunner worden van de stand is de volgende afweging aan de orde: Heb ik de formatie 45-40 nog wel nodig, of is het beter de schijf op 45 te ontwikkelen en de centralere schijf op 44 op de post te laten? Met het dunner worden van de stand zal de olympische formatie uiteindelijk nutteloos en zwak worden: de schijf op 40 belemmert de achterliggende op 45 onnodig het zicht.
27… 14-19 28. 39-34 24-30 29. 44-40 30x39 30. 33x44 …
Het witte trio aan de rechterkant heeft geen direct contact meer met de schijvenhoop op links. Maar de stand is zeker nog goed speelbaar. Het blijft spannend!
30… 19-24 31. 38-33 07-11!?
Een belangrijk moment in de partij. Met deze zet start Jitse de opmars naar veld 21 met de bedoeling de klaverbladopsluiting te voltooien. Een prima plan natuurlijk, maar de wijze waarop hij dit uitvoert, is een tikkeltje slordig.
32. 40-34!? …
Natuurlijk hebben beide spelers de doorbraakwending 32. 33-29 24x22 33. 27x07 en het gedwongen antwoord 08-12 34. 07x18 13x22 gezien. Een doorbraakactie zonder nut, zo luidde beider oordeel. Maar helaas verzuimden zij daarbij de overgebleven stand verder te beoordelen. Na 35. 31-27 22x31 36. 36x27 staat wit uitstekend op het centrum en komt zijn spel volledig uit de verf.
Merk overigens op dat de zetten 32. 42-38? en 32. 44-39 verhinderd waren door de kleine Philippe met 32… 24-29! 33. 33x24 en 16-21 34. 27x18 13x42 enzovoort.
32… 11-17! 33. 34-29 17-21! 34. 29x20 25x14
De zwarte stand is prachtig! Behalve dat de opsluiting een feit is, staan de troepen mooi op de korte vleugel van wit gericht. Wit mag slechts hopen dat hij nog een kansje krijgt.
35. 44-39 13-19 36. 42-38 08-13 37. 33-29 19-24! 38. 29x20 14x25
De welp speelt keurig volgens het strategische boekje. Soldaten naar links en uitdunnen maar.
39. 39-34 13-19 40. 48-43 19-24 41. 43-39 09-13
Volgens Harry heeft hij hier nog remise in handen. Zijn secondant Truus heeft deze vanuit deze positie op het bord getoverd. Mogelijk voeg ik de zettenreeks van het rekenwonder later in.
42. 45-40 13-19 43. 40-35 …
Het veld 35 mag van mij leeg blijven. De zet 43. 39-33 met samenballing van kracht in het centrum is hier het beproefde reddende recept.
43… 03-08
En hier ligt 43… 02-08 meer in de lijn. Maar de gespeelde zet leidt ook heel snel tot het gewenste doel.
44. 38-33 12-18 45. 35-30 ...
Het moment van het offer is daar. Maar het mag wit niet meer redden.
24x35 46. 33-29 …
Met schijf 2 op 3 zou nu de combinatie 46… 19-23! 47. 28x19 18-22 48. 27x18 35-40 49. 34x45 08-13 50. 18x09 03x43 met winst.
19-24 47. 29x20 25x14 48. 39-33 08-13 33-29 02-08 28-23 08-12
Een paar zetten later gaf Harry de partij op.
Een boeiende partij met principiële strijd en wisselende kansen. Natuurlijk voeg ik graag toe dat de negenjarige dit strategische gevecht heerlijk vasthoudend heeft gespeeld.
Knap werk!